De MKB'er, het oog in de orkaan
Is er voor de MKB'er reden om angstig te zijn? Is er reden om de toenemende
concurrentie in de wereld te vrezen? Volgens de Belgische staatsman Mark
Eyskens werkt angst verlammend en is er ook geen enkele reden om een
angstcomplex te krijgen. Het gevaar zit niet bij de concurrenten maar het
gevaar zit in ons, zo stelt hij in een interview exclusief voor De Ondernemer.
Mark Eyskens.
De Belgische staatsman Mark Eyskens was professor in de economie aan de
Universiteit van Leuven, daarna was hij vijftien jaar lang lid van diverse
Belgische regeringen, ondermeer als minister-president en minister van
Buitenlandse Zaken. De zeer actieve senior heeft inmiddels negenendertig
boeken geschreven, is een verwoed kunstschilder en schrijft gedichten voor
het Laatste Nieuws. Nog steeds is Mark Eyskens betrokken bij de internationale
politiek als adviseur van de groten der aarde. In dit kader ontmoet hij
regelmatig de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Condoleezza Rice,
de president van de wereldbank, Wolfowitz, en de Russische president Poetin,
etc. Mark Eyskens ziet de MKB-bedrijven in Europa als de drijvende kracht in
de economie. Indien je uitgaat van bedrijven tot tweehonderd werknemers, dan
is 95% van de bedrijven in Europa een MKB-bedrijf. Het zijn broedplaatsen van
technische vernieuwing en scheppers van werkgelegenheid.
Het MKB is het oog in de orkaan. Immers, zo stelt hij, de veranderingen komen
met orkaansnelheid op ons af. Het gaat zo snel, dat weinigen ze opmerken.
Morgen is vandaag reeds gisteren.
Wellicht is er te veel nieuws onder de zon, wat niet steeds goed is voor het
mentaal en psychisch evenwicht van heel wat stervelingen. Juist de MKB'ers
blijken in deze over veel flexibiliteit te beschikken. Europa maakt echter
de fout dat men MKB'ers te veel belast en te veel regeltjes oplegt. Daarbij
komt een zeer hoge Europese belasting op de factor arbeid. Dit benadeelt de
concurrentiepositie.
Indien een Europees MKB-bedrijf een nieuwe uitvinding heeft gedaan, dan duurt
het vaak twee jaar voordat men definitief een octrooi of licentie krijgt. Het
moet namelijk eerst door de bureaucratische Brusselse mallenmolen en ondermeer
in eenentwintig talen vertaald worden en door vele juristen van diverse
nationaliteiten beoordeeld worden. Deze procedures kosten het MKB veel geld.
MKB'ers worden in de Verenigde Staten met open armen ontvangen en vaak is binnen
veertien dagen alles rond. Er is dan ook sprake van een MKB-drain naar de
Verenigde Staten. Het is belangrijk dat op korte termijn de overheden in Europa
gunstigere voorwaarden gaan scheppen voor de MKB-bedrijven. Kijkt men
bijvoorbeeld naar de Verenigde Staten, dan blijkt dat de arbeid weinig wordt
belast en het kapitaal hoog belast wordt. In Europa is het juist omgekeerd.
Kapitaal wordt weinig belast (in veel Europese landen) een arbeid wordt hoog
belast. De Overheid moet hier veranderingen in gaan aanbrengen. Op de eerste
plaats moet de sociale zekerheid meer selectief worden gemaakt en geconcentreerd
op de minder bedeelden. Als men dat politiek niet wil of kan zal men in Europa
een hogere BTW, hogere accijnzen en een evenredige 'sociale bijdrage' moeten
invoeren die alle inkomens treft. Ook roerend en onroerend bezit zal dan
zwaarder belast moeten worden, ten gunste van de belasting op de arbeid.
Dit is een van de meest essentiële voorwaarden om Europa concurrerend te maken
en om de uitdagingen van de 21e eeuw te kunnen aangaan. Verder pleit hij voor
een flexibeler ontslagrecht en de afschaffing van de sectorale CAO's. Door de
sectorale CAO's worden grote en kleine bedrijven vaak over één kam geschoren.
Ieder bedrijf moet een eigen loonbeleid kunnen vaststellen. Het gaat erom, om
een pak op maat te maken dat past bij de grootte en marktpositie van een
bedrijf. Wat betreft de opkomst van China, India en de groeiende concurrentie
in de EU, wijst hij erop dat de economische groei in deze landen leidt tot meer
koopkracht en dus ook tot groei van de export in het Benelux-gebied. Denk aan
toerisme, hoogwaardige machines, technologie, ingenieursbureaus, etc. We
focussen teveel op de nadelen, terwijl er misschien wel meer voordelen zijn.
Tijdens de vele boeiende presentaties die Eyskens geeft voor het Nederlandse
bedrijfsleven, gaat hij regelmatig in op de wet van de afnemende relatieve
kennis, die in België "de wet van Eyskens" genoemd wordt. Hierin wijst hij
er op dat er een groeiende kloof ontstaat tussen wat we moeten kennen en wat
we werkelijk kennen. Hij noemt dit de "Knowledge gap". Dit komt omdat de wereld
ons dorp geworden is en de aarde omspannen wordt door een steeds wijder
verspreid communicatienetwerk, waardoor kennis en informatie bliksemsnel
worden doorgegeven. Een waterval van ontdekkingen en uitvindingen overspoelt
de wereld en heeft revolutionaire gevolgen voor de wereldeconomie. Om deze
"Knowledge gap" op te vangen, zien we steeds meer specialismen ontstaan. Een
groeiend aantal mensen weet heel veel over heel weinig, terwijl de
helikopterblik steeds meer gaat ontbreken. Om niet vast te lopen, is het
belangrijk dat er voldoende mensen zijn die de grote lijnen in de gaten houden
alsmede de samenhang der dingen. Er is grote behoefte aan synergetische kennis.
Mark Eyskens pleit daarom voor een revival van de beschavingsgeschiedenis en
-filosofie. Juist de geschiedenis van de grote beschavingen én hun terugval,
geeft veel wijsheid hoe om te gaan met de hedendaagse problemen. Het onderwijs
wordt ook steeds meer afgestemd op vakidiotisme. Studenten worden kistkalveren
die middels multiple choice vragen hun kennis regelmatig moeten uitkotsen. Door
gebrek aan vakoverschrijdende kennis en de invloed van de "Only bad news is good
news"-filosofie van de massamedia, ontstaat steeds meer een menstype dat angstig
wordt en geen lef heeft om de uitdagingen van de 21e eeuw aan te gaan. Men mist
wijsheid en vlucht in de verkokering van zijn specialisme. Mark Eyskens houdt
daarom ook een hartstochtelijk pleidooi voor de herinvoering van
beschavingsgeschiedenis en filosofie op alle scholen vanaf de middelbare school.
Wat betreft de toekomst is alles afhankelijk van de keuzes die de komende tien
jaar gemaakt worden. Dit is cruciaal voor de Europese welvaart. Mark Eyskens
ziet op termijn een monetaire unie ontstaan tussen de Europese Unie en de
Verenigde Staten en Canada. We moeten de Britten voorstellen toe te treden
tot de Europese Monetaire Unie, met behoud van het Britse pond. Dit
veronderstelt een gezamenlijk wisselkoersbeleid tussen de Bank of England
en de Europese Centrale Bank. At the end of the day kunnen dan tussen de euro
en het pond vaste pariteiten ontstaan. Tegenover de dollar moet een
vergelijkbaar beleid worden gevoerd. We moeten starten met een douane-unie
tussen de Europese Unie, de Verenigde Staten en Canada, waarbij we ook hier
weer een bandbreedte afspreken waarin de euro kan schommelen ten opzichte van
de dollar. Gezien de ervaringen in Europa zal dit er uit eindelijk toe leiden,
dat ook de dollar en de euro aan elkander worden vast geklikt. Zorgen om de
hoge olieprijs zijn overdreven. Momenteel heeft de olie een zelfde reële prijs
als in 1981. We moeten echter wel oppassen niet in een conflict te raken met
Iran, want dit kan de olieprijs sterk opdrijven en zal leiden tot een oliecrisis
vergelijkbaar met de oliecrisis uit 1973. Op korte termijn is de stijging van de
olieprijs gevaarlijk, op lange termijn zijn er alleen maar voordelen omdat men
dan intensief gaat werken aan alternatieve energiebronnen die dan meer rendabel
worden. Zon en windenergie zijn niet echt alternatieven. Een echt alternatief is
en blijft kernenergie. Het is dwaas om de kerncentrales af te bouwen, omdat
kernstroom veel goedkoper is dan de stroom van de thermische centrales,
gebaseerd op energiebronnen als olie. Het gaat erom kernfusie te ontwikkelen op
basis van splitsing van deuterium. Dit zit in water en is een onuitputtelijke
bron van energie, levert geen milieuproblemen op en is veilig. De 21e eeuw zal
de eeuw worden van de energetische revolutie op basis van de fusie van van
deuterium-atoomkernen en waterstofenergie zal gebruikt worden voor de
aandrijving van auto's. De taalbarrière kan in de toekomst worden afgeschaft
door de Nano-technologie. Nieuwe computers met een veel groter vermogen maken
gebruik van deze technologie en zijn in voorbereiding. Het grote voordeel
hiervan is dat de meeste talen vlot en simultaan in andere talen vertaald kunnen
worden en dat tegelijkertijd de eigen taal blijft bestaan. Het zal mogelijk
worden om bijvoorbeeld een vertaalcomputer aan te brengen in een piercing,
waarbij men als toerist in China meteen de vertaling van de Chinese reisleider
in het Nederlands hoort. Het grootste gevaar de komende tien jaar schuilt in
het gebrek aan politiek leiderschap. Onder invloed van de massamedia wordt de
kiezer de keizer die politiek veel kan gaan bepalen. Het gaat niet om de
kwaliteit van het politiek leiderschap, maar het gaat er om welke politicus het
beste verkoopt in de media. Politici zullen als een soort peperkoek op de markt
worden gebracht. Groot gevaar schuilt hierbij in de groeiende vergrijzing in
Europa, waardoor de grijsaard steeds meer stemmen krijgt. De manier waarop
momenteel in heel Europa wordt gestaakt voor vervroegde uittreding, hoge
pensioenen etc. spreekt boekdelen. De jonge generaties moeten al deze premies
opbrengen en krijgen bovendien, omdat ze geringer in aantal zijn, steeds minder
invloed op de politiek. Dit werkt zeer verstarrend. Eyskens stelt dat we niet
behoefte hebben aan meer kisten maar behoefte hebben aan meer wiegen. Indien
Europa onvoldoende doet aan zijn geboortecijfer, zal de uitkomst moeten zijn
dat men steeds meer mensen van buiten af binnenhaalt om al het noodzakelijk
werk te kunnen verrichten. Belangrijk is dus dat er veel ruimte komt voor de
ontplooiing van jonge gezinnen, middels kinderopvang etc. In zijn lange
politieke loopbaan heeft hij geleerd, dat het echte nieuws vaak verborgen
blijft en niet in de kranten komt. In de loop der jaren is hij het nieuws heel
anders gaan bekijken en gaan volgen, omdat de politici in de hele wereld er in
slagen achter de schermen beslissingen te nemen die vaak een heel wereldsysteem
beïnvloeden. Als voorbeeld noemt hij de tijd van het Russische communisme toen
Breznjef de leiding had en Shevarnadze minister van buitenlandse zaken. Deze
laatste heeft Eyskens goed gekend. Hij vertelde hem dat hij in 1981 in het
kantoor vertoefde van Soeslov, de grote partij-ideoloog. De telefoon ging en
het was Breznjef aan de lijn. Die vroeg Soeslov om advies in verband met de uit
de hand lopende situatie in Polen waar een zekere Lech Walensa herrie schopte.
Soeslov antwoordde daarop, dat een militaire inval in Polen geen goede zaak was
maar dat het grootste kwaad zat in de Poolse paus, die moest worden
geëlimineerd. Een maand later werd er een moordaanslag gepleegd op paus
Johannes-Paulus II te Rome. Was dit toeval.
|