Een aantal werkgevers legt de arbeidsovereenkomst niet of niet tijdig schriftelijk vast. Dit kan leiden tot grote financiële
schade, wanneer blijkt dat de medewerker niet voldoet aan de verwachtingen of in de startfase van de overeenkomst een ongeval
overkomt of ziek wordt. Een arbeidsoverkomst kan mondeling of schriftelijk worden aangegaan. Wanneer mondeling het werk wordt
overeengekomen dan zijn de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek van toepassing. Wanneer niets schriftelijk is vastgelegd, dan
is er sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, vanaf de eerste dag dat de medewerker in dienst is. Ook veel
andere bepalingen van het BW zijn van toepassing, omdat alleen schriftelijk hiervan kan worden afgeweken.
Wanneer blijkt dat de medewerker niet voldoet aan de verwachtingen en de tijdelijke arbeidsovereenkomst is niet schriftelijk
vastgelegd, is de werkgever er aan gehouden een ontslagvergunning aan te vragen bij de directeur van het CWI en ondersteund
met aantoonbare argumenten verzoeken de arbeidsovereenkomst te mogen ontbinden. Een dergelijke procedure duurt, inclusief de
opzegtermijn die men in acht moet nemen, minimaal 3 maanden. In deze periode gaat de loondoorbetaling door, terwijl er geen
of slechte arbeid tegenoverstaat.
Wanneer in de startfase een medewerker een ongeval overkomt, of ziek wordt en daardoor voor lange tijd is uitgeschakeld, heeft
de werkgever een zware financiële last te dragen. Als werkgever heeft u vanaf 2004 twee jaar lang de financiële zorg voor de
zieke medewerker. Met een tijdelijke schriftelijke overeenkomst wordt dit financiële risico te beperken. Op de datum dat de
overeenkomst afloopt valt de medewerker terug op het vangnet in de Ziektewet.
Het is daarom aan te raden om een arbeidsovereenkomst schriftelijk aan te gaan en de proeftijd en de duur van het contract van
tevoren vast te leggen.