Makelaars in gesprek met 'de Ondernemer'
 
  
Wat is de stand van zaken in de Zeeuwse bedrijfsonroerendgoedmarkt? Waar 
vinden we de hotspots? Zijn er verschillen met de omliggende regio's? Wat zijn 
de trends? De Ondernemer vroeg gedeputeerde Harry van Waveren het voortouw te 
nemen in een gesprek met zes toonaangevende Zeeuwse makelaars. Een verslag. 
 
 
 
Het is een zonnige woensdagmiddag als zes makelaars en de gedeputeerde 
Ruimtelijke Ontwikkeling Harry van Waveren elkaar treffen in De Goese Golf. 
Aanwezig zijn, naast Van Waveren: Pieter Nienhuis (Synchro Makelaars), 
Mark Faasse (Faasse en Fermont), Koos Schreuder (Sinke Komejan), Freek Kuzee 
(Maat en Kuzee), Jeroen Verstraeten (Kindt en Biesbroeck) en Wessel Schulting 
(Schulting en Partners). Hoewel de golfbaan een aantal van hen zichtbaar lokt, 
weten ze zich toch te concentreren op het gesprek.
 
Aantrekkende economie 
"Ik heb niet zo vaak de gelegenheid om met kenners te praten over 
bedrijfsonroerendgoed, vandaar dat ik de uitnodiging van De Ondernemer om 
dit gesprek te leiden met beide handen heb aangegrepen", opent Van Waveren 
het gesprek en legt de makelaars vervolgens zijn eerste vraag voor. "De 
economie trekt aan, er wordt gesproken van een groei van 3% dit jaar. Merken 
jullie dat al bij de vraag naar bedrijfsonroerendgoed?" Nienhuis: "Ons kantoor 
werkt niet alleen in Zeeland, maar ook in Zuid-Holland. Daar zie ik een 
duidelijke toename van het aantal bezichtigingen en het aantal transacties. 
Ondernemers kruipen uit hun schulp, praten positiever. Je ziet het ook in 
Zeeland al beter worden, maar in Zuid-Holland lopen ze daar wel in voorop." 
Kuzee herkent dat: "In Zeeland loopt dat toch wat rustiger. Toch merk je wel 
meer belangstelling en meer bezichtingen. Maar er is hier zeker nog geen 
sprake van een hausse. Zeeland is nu eenmaal wat minder conjunctuurgevoelig." 
 
 
 
Pieter Nienhuis.
 
Zeeuws-Vlaanderen  
Niet alleen tussen Zeeland en Rijnmond of West-Brabant zijn er verschillen, 
maar ook binnen Zeeland zelf, merkt Verstraeten op. "Zeeuws-Vlaanderen loopt 
nog wat verder achteraan. In Hulst, Sluis en Sas van Gent heeft de sterke 
daling van het banktoerisme een grote klap uitgedeeld. Het aantal bezoekers 
in de grensstreek is dramatisch teruggelopen. Sluis is daarin een verhaal 
apart, daar zijn heel goede speciaalzaken die veel mensen aantrekken.  Maar 
in Hulst en Sas van Gent is het dramatisch.
 We verkeren nu op een dieptepunt en het valt niet mee om daar bovenop 
te krabbelen. In Terneuzen begint het wel wat beter te lopen. Daar merk je 
wel een positieve impuls. Maar daar komt bij dat kantoren zich in het verleden 
verplaatst hebben van bijvoorbeeld Oostburg en Hulst naar Terneuzen. Nu zie je 
een nieuwe beweging van Terneuzen richting Goes en Middelburg. Daar heeft 
Zeeuws-Vlaanderen ook nog eens mee te kampen."
 
 
 
Harry van Waveren.
 
Woonklimaat 
En dan maken de heren, als vanzelf, de overstap naar de 
woningonroerendgoedmarkt. Kuzee: "Je hebt niet alleen te maken met bedrijven, 
maar ook met gezinnen. Als provincie moet je faciliteiten bieden op het gebied 
van studeren, wonen, werken, etcetera. Als je dat niet biedt, krijg je ook 
geen nieuwe bedrijven hierheen." Schreuder: "Bedrijfsactiviteiten op zich zijn 
best verplaatsbaar, maar de emoties van de mensen die er werken en mee moeten 
verhuizen spelen een belangrijke rol." Kuzee: "Dan loop je aan tegen het 
sociale en culturele aspect." Faasse: "Ik verwacht wel dat we de komende 
jaren meer bedrijvigheid gaan aantrekken uit bijvoorbeeld West-Brabant en 
Rijnmond. Misschien kunnen we vooral kleinere bedrijven aantrekken omdat het 
hier aantrekkelijk wonen is." Nienhuis: "Veel mensen in de Randstad hebben 
nog steeds een verkeerd beeld van Zeeland, denken nog steeds dat we in een 
achterstandsprovincie wonen." Schulting: "We moeten meer mensen naar Zeeland 
halen, meer voorzieningen bieden. Niet alleen focussen op ouderen en op 
toerisme, maar 
 ook op bedrijvigheid. Het toerisme is met twintig procent  teruggelopen, 
daar moeten we dus niet teveel op vertrouwen. Je moet zelf ook je broek 
kunnen ophouden. Eerst moet je zorgen voor werkgelegenheid." Nienhuis: "Wat 
we hier nodig hebben is een ontwikkelingsbedrijf, zoals het Rewin in 
West-Brabant of het OBR in Rotterdam. Waarom werken we daarin niet samen 
met die regio's?"
 
 
 
Freek Kuzee.
 
Kwaliteit 
Schreuder: "We moeten ons ook afvragen wat we nou willen in Zeeland. Kiezen 
we voor kwaliteit of kiezen we voor groei?
 
 
Een aantal van onze bedrijventerreinen is ronduit slecht, terwijl we als 
provincie verder unieke dingen te bieden hebben." Van Waveren: "Is het een 
optie om meer bedrijventerreinen commercieel te laten beheren, zoals in 
Engeland veel gebeurt? We zitten hier in een spiraal: gemeenten geven grond 
uit aan bedrijven met veel lagere prijzen dan bijvoorbeeld voor woningen. De 
bedrijven vertrekken na verloop van tijd en laten de boel de boel. Vervolgens 
blijft een gemeente ermee zitten en die krijgt een herstructureringsopgave." 
Nienhuis: "Die gedachte klopt. Maar de vraag is of bedrijven voor 
parkmanagement willen betalen." Kuzee: "De enige manier om parkmanagement 
te regelen, is door dat op voorhand te regelen bij de ontwikkeling van je 
terrein. Als je dat achteraf moet gaan regelen, zijn er altijd ondernemers 
die daar niet aan mee willen doen. Terwijl je, als je parkmanagement goed 
opzet, ook kosten kunt besparen, bijvoorbeeld door gezamenlijke inkoop of 
bewaking. Misschien zou Zeeland hier het voortouw in moeten nemen en zich 
zo onderscheiden. Kwaliteit in wonen, maar ook kwaliteit in bedrijventerreinen."
 
 
 
Mark Faasse.
 
De toplokaties 
De toplokaties in Zeeland zijn De Poel (Goes), Mortiere (Middelburg) en 
Handelspoort (Terneuzen). Daarnaast worden Vrijburg (Vlissingen) en 
Edisonpark (Terneuzen) genoemd. Ofwel: de relatief nieuwe gebieden en 
de zichtlokaties zijn het meest gewild. Schulting: "Het gaat om uitstraling. 
Een aantal jaren geleden kwam Goes uit verschillende onderzoeken naar voren 
als thé place to be. Ondernemers pikken dat op, willen daar dan graag 
zitten. Daarnaast is Goes ook goed bekend buiten Zeeland." Schreuder: 
"Bovendien zijn de verschillen in grondprijzen tussen de verschillende 
lokaties klein. Daar laten bedrijven zich dus niet door leiden." Faasse: 
"Waarom stellen we geen hogere eisen aan bedrijven die ergens bouwen? Laat 
ze eens wat mooiers neerzetten, vooral op de zichtlokaties." Schreuder: 
"De Poel is absoluut geschikt om een aantal toonaangevende bedrijven te 
vestigen. Dat verbetert ook het algemene beeld van zo'n lokatie. En je moet 
kijken of je verouderde delen van terreinen, zoals Baskenburg in Vlissingen, 
niet kunt revitaliseren." Verstraeten: "De Handelspoort in Terneuzen is een 
gewilde lokatie. Maar daar betaal je wel e 90,- per vierkante meter, dat is 
absurd duur voor Terneuzense begrippen. Ik begrijp niet waarom ze een terrein 
als dat van Philips niet aanpakken, waar het kantoor voor driekwart leeg staat 
en voldoende ruimte is voor nieuwbouw." 
 
 
Overheden 
Dan leggen de heren makelaars het vuur aan de schenen van de politiek. Kuzee: 
"Afspraken tussen gemeenten en instellingen moeten volledig doorzichtig zijn. 
Als je ziet wat bijvoorbeeld woningcorporaties voor mogelijkheden krijgen, dan 
is dat geen goede ontwikkeling. Dat ondermijnt vrije marktwerking, ook in de 
bedrijfsonroerendgoedmarkt."
 Kuzee: "Het ontbreekt aan transparantie en aan visie bij gemeente en 
provincie. Zo wilde een bedrijf in babyartikelen zich vestigen in Mortiere. 
Maar het had teveel het karakter van kleine detailhandel, vond de gemeente.
 
 
Anderzijds waren ze met 1500 vierkante meter en 75 parkeerplaatsen te groot 
voor het stadscentrum. Nu gaan ze waarschijnlijk naar Brabant. Maar dat 
bedrijf was wel goed voor zeventig arbeidsplaatsen! De overheid gaat hier 
veel te rigide mee om. Er wordt veel te weinig gekeken naar kansen." 
Schreuder: "Mensen willen makkelijk bereikbare winkellokaties." 
Van Waveren: "Er is een toenemende vraag naar lokaties met detailhandel 
voor éénmalige aankopen. We moeten heel kritisch kijken naar 
wat je in en buiten de stadscentra doet." 
 
 
 
Koos Schreuder.
 
Duidelijker koers  
Verstraeten wil niet alleen meer transparantie, maar ook meer doortastendheid 
zien bij de overheden. "Vanuit gemeenten moet een veel duidelijker koers 
worden gevaren. Politici en ambtenaren durven niet te beslissen, geen keuzes 
te maken. Eerst kan het misschien wel, dan misschien toch weer niet, het is 
vaak een kastje-muurbeleid.
 Daarnaast zou de overheid veel en veel sneller moeten reageren. Bedrijven 
wachten geen vijf jaar tot de gemeenteraad het een keer eens is geworden. 
Bovendien: als iets niet haalbaar blijkt, durf dan ook een eerder genomen 
besluit eens los te laten." Van Waveren: "In het nieuwe omgevingsplan 
krijgen gemeenten meer ruimte om zelf hun ruimtelijke ontwikkeling in te 
vullen. Maar daarmee krijgen ze dus ook meer ruimte voor nieuwe beperkingen. 
Wij horen tegenwoordig vaker dat iets niet mag van de gemeente, dan dat het 
niet mag van de provincie. Maar het is natuurlijk heel slecht als de provincie 
meer ruimte biedt en de gemeenten die vervolgens meteen weer inperken."
 
 
					 |