"Terneuzen over vijftien jaar economisch hart van Zeeland"
"De Kanaalzone kent de meeste dynamiek van Zeeland en heeft de meeste toekomst." Dat zeggen de Terneuzense
burgemeester Jan Lonink en wethouder economie Adhémar van Waes. Beiden zijn vol vertrouwen over de
economische toekomst van hun gemeente. Het grote achterland, de centrale ligging in Europa en de sterke
chemische industrie bieden volgens hen tal van mogelijkheden.
Wethouder economie Adhémar van Waes en burgemeester Jan Lonink.
"De uitstraling van Terneuzen wordt beter. Afgelopen jaar vestigden zich ruim honderdtwintig mensen
meer in de gemeente dan dat er vertrokken en groeide het aantal bedrijven met 21", constateert Van Waes.
Lonink vult aan: "Zo'n 42 procent van alle Zeeuwse bedrijfsinvesteringen wordt gedaan in de gemeente
Terneuzen. Dat komt natuurlijk ook door grote bedrijven als Dow, Yara en Cerestar, maar we zijn duidelijk
het economisch hart van deze regio. Ook de detailhandel laat positieve geluiden horen.
Omzetten groeien en
Terneuzen kent weinig leegstand, terwijl tal van andere steden daar echt mee kampen." Lonink en Van Waes
onderbouwen hun vertrouwen in de regio met bovengenoemde cijfers en feiten. Die zullen Terneuzen, tezamen
met de centrale ligging en de verbeterde infrastructuur als gevolg van onder meer de Westerscheldetunnel,
volgens beide bestuurders binnen afzienbare tijd tot het economisch hart van Zeeland maken. Desondanks
moet er nog hard worden gewerkt, waarschuwen ze.
Economisch profiel
"Het economisch profiel in Terneuzen vraagt op korte termijn wel aandacht", stelt Van Waes. "De procesindustrie
biedt hier het meeste werk, maar dat is wel een bedrijfstak waar de werkgelegenheid afneemt. In sectoren
waar de werkgelegenheid toeneemt, zoals de zorg, het onderwijs en de zakelijke dienstverlening, is Terneuzen
juist minder sterk." Op de vraag of de gemeente dan niet juist in die laatstgenoemde sectoren moet investeren,
antwoorden zowel Lonink als Van Waes ontkennend. "Het water vormt de basis van dit gebied. De kracht zit
daardoor in de procesindustrie en in distributie en logistiek", analyseert Lonink. "Bovendien", vult Van Waes
aan, "richten we ons liever op die sectoren waar we van oudsher sterk in zijn. We bevorderen clustervorming en
binden daardoor bedrijven sterker aan onze regio. Denk bijvoorbeeld aan het Valuepark bij Dow, aan Nedalco bij
Cerestar en aan de glastuinbouw bij Yara.
Zakelijke dienstverlening is vaak juist moeilijker te binden."
Lonink: "Overigens zie je wel verschuivingen in de economische activiteiten. Instellingen als de Belastingdienst
en de Kamer van Koophandel neigen ertoe te verhuizen naar Middelburg, maar hier in Zeeuws-Vlaanderen zie je
juist weer de beweging dat organisaties zich in Terneuzen vestigen, ten koste van Hulst of Sluis. Daarnaast
heeft ook Terneuzen zelf steeds meer aandacht voor de stedelijke economie. Initiatieven als het leisurecentre,
de bioscoop en het verbeteren van het winkelhart van Terneuzen leveren een breder economisch draagvlak op en
maken Terneuzen bovendien aantrekkelijker om te wonen en te recreëren."
Vlaanderen boven
De laatste jaren richt de gemeente zich meer en meer op het Vlaamse achterland. De markt van enkele miljoenen
inwoners oefent een niet te negeren aantrekkingskracht uit, maar dat is niet de enige reden, aldus Lonink. "De
economische kracht hangt tegenwoordig van regio's af, zowel op Europees gebied als mondiaal. Zeeuws-Vlaanderen
en Belgisch Vlaanderen vormen geografisch en economisch gezien één regio, die centraal ligt binnen
Europa. Daardoor is het onvermijdelijk dat we meer en meer gaan samenwerken." "Maar", waarschuwt Van Waes,
"zakendoen met België is niet altijd makkelijk. België heeft een heel andere cultuur en ook heel
andere regelgeving. We verzamelen daar zoveel mogelijk kennis over, die we vervolgens aan de bedrijven hier
aanbieden. Maar we laten nog steeds kansen liggen.
Gent is bijvoorbeeld een groot kenniscentrum, met een
aantal hogescholen en een universiteit. Daar maken wij nog veel te weinig gebruik van." Dat Zeeuws-Vlaanderen
toenadering zoekt tot Vlaanderen is makkelijk te begrijpen. Maar heeft andersom Vlaanderen wel belang bij meer
samenwerking met Zeeuws-Vlaanderen? "Absoluut", benadrukt Van Waes. "Gent kampt met een behoorlijke werkloosheid
en lonkt al naar de werkgelegenheid die de glastuinbouw in de toekomst kan opleveren. Daarnaast hebben ze ook
een financieel belang. Immers, hoe meer haventerreinen wij hier ontwikkelen, hoe meer wijzelf moeten bijdragen
aan investeringen in de waterwegen, zoals de nieuwe zeesluis." Lonink: "En Vlaanderen heeft ruimte nodig. Je
ziet Belgische bedrijven als Katoennatie, Oiltanking en Sea-Invest deze kant op komen. Dat is niet voor niets.
Bovendien oefent ook het bedrijfsleven druk uit om de samenwerking verder te intensiveren. Zo willen Dow in
Terneuzen, Shell in Rotterdam en BASF in Antwerpen gezamenlijk operators opleiden. Zij vragen hun overheden
om dat mogelijk te maken, ondanks de verschillen in regelgeving in de beide landen. Ook dergelijke
ontwikkelingen brengen samenwerking op de politieke agenda."
Invloed
Lonink en Van Waes proberen Terneuzen zowel nationaal als internationaal op de kaart te zetten. Daarbij
wordt zoveel mogelijk samenwerking gezocht met anderen, zodat een sterke vuist gemaakt kan worden. Lonink:
"De voorzitter van de Brabants-Zeeuwse werkgeversvereniging riep onlangs op tot meer eenheid in Zuid-Nederland.
Het gaat er dan om dat je niet alleen je eigen gemeente goed neerzet, maar je hele regio. Belangrijk daarbij
is dat je met alle partijen steeds één geluid laat horen." Samen met de gemeentes Sluis en Hulst
heeft Terneuzen aansluiting gevonden bij Rewin, de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij West-Brabant. Van Waes:
"We hebben Rewin gevraagd de promotie en acquisitie voor Zeeuws-Vlaanderen naar bedrijven toe op zich te nemen.
We profileren ons daarbij als één regio.
Het maakt dan niet uit in welke van de drie
Zeeuws-Vlaamse gemeentes een nieuwkomend bedrijf zich vestigt." Terneuzen zoekt niet alleen samenwerking
met andere gemeentes of regio's, maar ook met het bedrijfsleven. Van Waes: "We hebben samen met banken,
projectontwikkelaars en bouwers op een woonbeurs gestaan in Gent. Dat zijn goede initiatieven. Het
bedrijfsleven en de overheden van heel Zeeuws-Vlaanderen moeten samen optrekken. Het bedrijfsleven vraagt
daar ook zelf om." De promotie richt zich op bedrijven, maar ook op individuen. Lonink: "De komende jaren
verlaat een groot aantal ouderen het arbeidsproces. We hebben nieuwe mensen nodig om die arbeidsplaatsen
op te vullen. Inmiddels lukt dat, we hadden in 2005 voor het eerst een vestigingsoverschot."
|