PricewaterhouseCoopers
Auto van de zaak: zaak van goed voorsorteren...
Vraag: Uit de media heb ik verschillende berichten vernomen dat de fiscale behandeling van de
auto van de zaak (weer) gaat veranderen. Nu heeft binnen mijn bedrijf een groot aantal werknemers
een bedrijfsbusje tot zijn beschikking en rijdt een beperkt aantal een personenwagen van de zaak.
Wat gaat er nu precies veranderen per 1 januari 2006? En hoe kan ik eventuele nadelige consequenties
van de gewijzigde regelgeving zoveel mogelijk beperken voor mijn bedrijf?
Drs. Sander van Gelderen en
Mr. Rens Grimminck
Wijziging per 1 januari 2006
Per 1 januari 2006 gaat er het nodige veranderen op het gebied van de loonbelasting.
Eén van die wijzigingen betreft inderdaad de fiscale behandeling van de auto van de zaak.
Vanaf begin volgend jaar wordt het privé-gebruik van de auto van de zaak dat een werknemer
"geniet" betrokken in de loonheffing. In dit artikel zal summier worden ingegaan op enige
gevolgen van de overheveling van de auto van de zaak van de inkomstenbelasting naar de
loonbelasting. Overigens merk ik hier alvast op dat het onderscheid tussen bestelauto en
personenauto voor de bijtelling wegens privé-gebruik al in 2004 is vervallen. Slechts
indien aan vrij stringente voorwaarden wordt voldaan, kan een bestelauto buiten de
bijtelling wegens privé-gebruik worden gehouden.
Fiscale behandeling van de auto van de zaak
Net als nu in de inkomstenbelasting, wordt voor de loonbelasting fiscaal onderscheid
gemaakt tussen werknemers die minder dan 500 kilometers privé rijden met de auto van
de zaak en werk-nemers die de 500 kilometergrens overschrijden. Door de belastingheffing
te verleggen van de werknemer naar de werkgever, is voor de werkgever een soort van
"onderzoeksplicht" ontstaan naar het aantal privé-kilometers van haar werknemers. Dit
betekent dat de werkgever voor iedere werknemer dient vast te stellen of deze meer of
minder dan 500 privé-kilometers met de aan hem ter beschikking gestelde auto rijdt.
Zolang een werknemer verwacht dat hij meer dan 500 kilometers privé zal rijden, is het
niet al te ingewikkeld. De werkgever neemt dan een bijtelling op het loon in aanmerking
ter grootte van 22% van de cataloguswaarde van de auto, welke bijtelling wordt verminderd
met een eventuele (uit het nettoloon betaalde!) eigen bijdrage van de werknemer wegens
privé-gebruik van de auto.
Indien een werknemer echter verwacht minder dan 500 privé-kilometers met de auto af te
leggen, kan de situatie een stuk lastiger worden. De werkgever hoeft in dat geval geen
loonheffing over het privé-gebruik van de auto in te houden. Blijkt achteraf dat de
werknemer zijn aantal privé-kilometers goed heeft ingeschat, dan is er niets aan de hand.
Daarentegen, als achteraf blijkt dat de werknemer méér dan 500 privé-kilometers heeft
verreden, dan is een naheffingsaanslag loonheffing het gevolg… voor de werkgever!
Als daarnaast dan ook nog eens blijkt dat de werkgever geen of niet voldoende controle
heeft uitgeoefend op het aantal privé-kilometers van de werknemer, kan door de belastingdienst
aan de werkgever bovendien een flinke boete worden opgelegd!
De werkgever heeft weliswaar het recht de nageheven belasting te verhalen op de werknemer,
echter dit neemt niet weg dat de gevolgen (enorm) vervelend kunnen zijn.
Wat kunt u als werkgever doen om de fiscale risico's zoveel mogelijk af te dekken?
U kunt er als werkgever natuurlijk voor kiezen om voor alle werknemers een bijtelling op hun
loon in aanmerking te nemen. Dit zal echter voor de werknemers, welke minder dan 500
privé-kilometers rijden, een verlaging van hun nettoloon betekenen, waar ze niet direct op
zitten te wachten. Voor deze laatste groep werknemers, is de mogelijkheid geschapen een
"Verklaring geen privé-gebruik" aan te vragen bij de belastingdienst.
Hiertoe dient de werknemer een verzoek tot afgifte van de Verklaring te richten aan de
belastingdienst. De werknemer dient vervolgens de door de belastingdienst afgegeven
Verklaring aan de werkgever te overhandigen, welke de werkgever dan bij haar loonadministratie
dient te bewaren.
De Verklaring heeft in feite tot gevolg dat het fiscale risico wordt verlegd van werkgever
naar werknemer. Dit betekent dus dat – indien achteraf blijkt dat het privé-gebruik van de
werknemer meer bedraagt dan 500 kilometers – eventuele naheffingsaanslagen (en boeten) aan
de werknemer zullen worden opgelegd. De werkgever is als gevolg van de Verklaring dus volledig
gevrijwaard van de fis-cale sancties inzake het onjuist verantwoorde aantal privé-kilometers.
Mijn advies aan u is dan ook voor alle werknemers een bijtelling op het loon wegens
privé-gebruik van de auto in aanmerking te nemen, behoudens voor de werknemers die een
"Verklaring geen privé-gebruik" hebben overgelegd. De overheveling van de
inkomstenbelasting naar de loonbelasting heeft de nodige voeten in de aarde gehad
(en nog steeds trouwens). Ik hoop echter met dit artikel enige onrust bij u te hebben
weggenomen. Duidelijk is in ieder geval dat de fiscale risico's ten aanzien van het
privé-gebruik van de auto van de zaak (voor beide partijen!) kunnen worden geminimaliseerd
door tijdig in te spelen op de wijzigingen per 1 januari 2006.
Als u meer informatie wenst over het bovenstaande, neemt u dan contact op met uw fiscaal
adviseur of met PricewaterhouseCoopers.
|