directeur Frans Pieters van het CWI:
Arbeidsmarkt lijkt soms op een betonnen muur
Districtsmanager Frans Pieters van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) omarmt het
coöperatieve gedachtegoed op de arbeidsmarkt van harte.
door Henk van de Voorde
CWI districtsdirecteur Frans Pieters: ,,Uitgaan van de kwaliteiten van de kandidaten."
Foto: Willem Mieras
TERNEUZEN - "Soms lijkt de arbeidsmarkt wel met beton ommuurd en de vaste structuur moeilijk
te doorbreken. Ik pleit voor samenwerking tussen de diverse spelers op de arbeidsmarkt in
Nederland, maar ben ook voorstander van samenwerking over de grens. Ik ben geboren in het
Zeeuws-Vlaamse Aardenburg, met België in de achtertuin. Het is toch vreemd dat de arbeidsmarkt
lijkt op te houden bij St.-Jansteen of Aardenburg.
Er zijn zoveel grensoverschrijdende
mogelijkheden om vacatures en projecten uit te wisselen en werkzoekenden te plaatsen."
Op de bijeenkomst van het Nederlandse CWI en het Belgische VDAB in Etten-Leur (11 april)
werd de aftrap gegeven voor een gezamenlijke aanpak van de arbeidsmarktproblematiek over de
grenzen. Het glastuinbouwproject in de kanaalzone (uiteengezet door wethouder Van Schaik) is
een mooi voorbeeld, maar samenwerking op de arbeidsmarkt is volgens Pieters in alle branches
en sectoren goed mogelijk. Bijvoorbeeld tussen de havens van Antwerpen, Vlissingen, Gent en
Terneuzen of in de auto-industrie. ,,Zo kan ook projectmatig worden voorzien in de
personeelsbehoefte op termijn."
Samenwerking
De districtsmanager (kantoor Roosendaal) roemt de samenwerking binnen Zeeuws-Vlaanderen
via het Werkgevers Servicepunt. CWI, UWV en gemeenten werken nauw samen met bedrijfsleven,
onderwijs, uitzendorganisaties en reïntegratiebedrijven. Daarbij hebben ze één doel voor ogen:
zoveel mogelijk mensen in laten stromen in betaald werk. ,,De werkgevers krijgen te maken
met één contactpersoon van wie men altijd binnen uiterlijk drie dagen antwoord krijgt.
Zij
worden met één gezicht tegemoet getreden. Het maakt niet uit of er een kandidaat geplaatst
wordt vanuit WW of WWB als daarmee maar de beste kandidaat bij de werkgever wordt voorgedragen.
Belangrijkste is die gouden kans voor de werkgever en de kandidaat-werkzoekende. Het Werkgevers
Servicepunt dient om zoveel mogelijk goede vacatures binnen te halen en kandidaten voor te dragen.
Vanuit een gezamenlijke visie worden bedrijfsleven en kandidaten zo goed mogelijk bediend."
Belangrijk is de consensus met het politiek-bestuurlijk niveau.
Co van Schaik, wethouder in
Terneuzen en voorzitter van het RPA Zeeland, speelt een belangrijke rol in die samenwerking.
,,Hij trekt de kar. De resultaten van onze CWI vestiging in Terneuzen geven een bovengemiddeld
succes te zien. Het Werkgevers Servicepunt is een eminent middel om het bedrijfsleven van
vacatures te voorzien, het aantal (langdurig) werklozen te laten dalen en dus het aantal
uitkeringstrekkers te beperken. Met een baan krijg je regelmaat: met een eigen inkomen,
zelfstandigheid en sociale contacten.
En je leert elke dag bij. Lang thuiszitten, met je
kwaliteiten toch niet aan de bak komen, is niet goed. De kansen liggen er. Iedereen kan wat.
Voorheen was de benadering aanbodgericht, nu vraaggericht. Er wordt van de kwaliteiten van de
kandidaat uitgegaan: het is onverstandig om deze man of vrouw niet in dienst te nemen."
Opleidingskosten
Het toenemende aantal vacatures dient op adequate wijze te worden ingevuld. Zo niet dan
blokkeert en stagneert volgens Pieters de economische vooruitgang. ,,Het bedrijfsleven is
bereid tot vraagombuiging. Zo kan met steun van het CWI, UWV en gemeenten toch beantwoord
worden aan de vraag van de werkgever. Wij zijn bereid om werkgevers tegemoet te komen,
bijvoorbeeld via vergoeding van opleidingskosten, die iemand vanuit een uitkeringssituatie
een kans geven. Succes trekt succes aan. Hoe minder uitkeringen verstrekt moeten worden,
hoe beter voor de regio en de daarin wonende burgers."
Om ook in de (nabije) toekomst over voldoende arbeidspotentieel te kunnen beschikken, is een
transparante arbeidsmarkt gewenst. Frans Pieters: ,,De arbeidsmarkt moet (onder andere via analyses)
voor de langere termijn inzichtelijk worden gemaakt. Mensen die nu in de bestanden zitten,
moet je helpen. In Brabant en Zeeland groeit het aantal banen onevenredig ten opzichte van de
beroepsbevolking. Bovendien neemt de vergrijzing toe. Langer doorwerken is een optie, evenals
het activeren van reserves. Huidige uitkeringstrekkers en herintredende vrouwen zijn nodig om
vacatures in te vullen.
Via een no-risk-regeling worden werkgevers tegemoetgekomen. Ze krijgen
dan, via subsidiemogelijkheden, even de tijd om te kijken of iemand al dan niet bevalt. Vaak
merk je dat mensen die buiten hun schuld werkloos zijn geworden, zeer gemotiveerd en betrokken
zijn. Ze hebben geen jobhoppersmentaliteit, maar zijn juist heel loyaal. Het project Talent 45+
van het CWI in samenwerking met de ketenpartners, begint op stoom te komen. De gedachte dat
45-plussers oud en niet flexibel zijn, is volledig.
|