De beleggingsadviseurs
Bedwing uw hebzucht!
Leo Louwers - ABN Amro Bank, Beleggingsadviseur
et kan niet op. Bomen lijken opnieuw tot in de hemel te groeien. De actieve belegger wil
weer terug in de markt. De angst om de beursstijging te missen wordt ondraaglijk.
Deze ontwikkeling hangt samen met goede berichten. Zo is er in Nederland sprake van een
sterke productiegroei in de industrie, nemen de afzetprijzen slechts licht toe en blijft
het consumentenvertrouwen hoog. De groei is na mei 2000 niet eerder zo hoog geweest.
Het oordeel over het economisch klimaat blijft positief. Toch is de langetermijnrente in
ons land, afgemeten aan het rendement op tienjarige staatsleningen, in mei gestegen tot
ruim 4,30%. Dat is 0,30% hoger dan in maart.
Wat beleggers lijken te vergeten is dat de aandelenmarkt sterk op economische ontwikkelingen
vooruitlopen. De ontwikkelingen op macro economisch gebied zijn dan ook voor een deel
verwerkt in de koersen. Met de zomermaanden voor de boeg rijst de vraag in hoeverre de markten
en in het bijzonder de AEX-aandelen nog verder kunnen stijgen. Zonder de illusie te wekken dat ik beschik over
een glazen bol durf ik wel de verwachting uit te spreken dat de grootste stijging achter ons ligt.
Het laatste wat ik hier wil suggereren is een algeheel verkoopadvies. Daar is de markt niet naar.
Wel is het slim te bepalen op welk indexniveau u uw winsten veilig wil stellen.
Ik wens u succes met uw beleggingen.
|
Beleggen met zekerheid?
Martin Janse - Fortis bank, Senior beleggingsadviseur
Het is niet de eerste keer dat u op deze plaats iets leest over garantieproducten. Gezien
de grote interesse van beleggers kan ik het niet laten hier nog eens de aandacht op te vestigen.
Wat is een garantieproduct en waarom is het zo interessant? Het is een belegging met de garantie
dat (een deel van) de inleg beschermd is tegen koersdalingen. De onderliggende waarde is vaak
een wereldwijd heel breed gespreide belegging. Over het algemeen wordt hiervoor een mandje met
aandelenindices gebruikt. Van belang bij dit soort producten is de 'participatiegraad'. Dit is
het percentage waarmee de belegger profiteert van een stijgende onderliggende waarde. Ik geef
een voorbeeld: product X heeft een garantie van 100 procent bij een looptijd van vijf jaar. De
participatiegraad is 90 procent. De onderliggende belegging is de wereldindex. Na vijf jaar wordt
de uitbetaling: 100 procent van de inleg + 90 procent van de stijging van de wereldindex. Op deze
manier kan zelfs een defensief ingestelde belegger profiteren van een stijgende aandelenmarkt,
zonder het neerwaartse risico dat een aandelenbelegging normaliter met zich meebrengt. Voor de meer
avontuurlijk ingestelde belegger is er vaak een variant met een lagere garantiewaarde. Het grote
voordeel hiervan is een veel hogere participatiegraad bij een vaak kortere looptijd. Voorbeeld:
product Y heeft een garantiepercentage van 90 procent bij een looptijd van drie jaar. De
participatiegraad hiervan bedraagt zelfs 150 procent.
Uw beleggingsadviseur kan samen met u bepalen of dit soort producten geschikt voor u zijn
|
Chinese zeepbel?
Arian Bakker - ING bank, Hoofd beleggen
De Chinese beurzen zijn de laatste tijd weer veel in het nieuws. Niet vreemd, want de koersen zijn
de afgelopen twee jaar verviervoudigd. In februari was een plotselinge daling van 9% aanleiding voor
wereldwijde onrust op de beurzen, die overigens even snel verdween als dat deze opkwam. De vraag die
rijst is: is de Chinese beurs een zeepbel die op springen staat? Gezien de pijlsnelle koerstijgingen
moet je het haast wel denken, maar er zijn een paar redenen waarom de bel nog wel wat verder zou kunnen
groeien. Economisch gezien lijkt er weinig reden tot grote zorgen. Onze groeiprojecties tonen voor 2007 -
2009 cijfers van ruwweg 10%. Verder kan de koersstijging van de laatste jaren deels wel worden gezien als
een inhaalbeweging na een aantal zeer magere jaren. Over vijf jaar bezien loopt de Chinese beurs nog
steeds ietsje achter bij de opkomende markten als groep. Dan is er nog de waardering. Gegeven de lage
rente aldaar (3%) en vergeleken met de eigen historie lijkt nog (net) geen sprake van uitbundigheid.
Maar het scheelt niet veel en de kwaliteit van de historische data (van winsten en prijspeil bijvoorbeeld)
is een vraagteken. Dus toch maar eens nadenken over wat zou kunnen gebeuren: waar moet je wel en waar
moet je niet in zitten als de bel barst? Sectoraal bezien zullen de klappen vallen in olie en grondstoffen
als gevolg van dalende prijzen. Kapitaalgoederen en technologie zullen lijden onder vraaguitval. Sectoren
om te schuilen zijn farmacie, telecom en media, want die kennen nog betrekkelijk weinig China exposure.
Retail zou zelfs kunnen profiteren van dalende grondstofkosten. Het is maar een theoretische oefening van
'just in case'!
|
Managementproblemen verdoezelen gezonde groei
Cor Wijtvliet - F. van Lanschotbankiers, Senior beleggingsanalist
Met een beetje goede wil kun je stellen, dat Siemens symbool staat voor Duitsland. Het bedrijf heeft
jarenlang gekampt met een stagnerende omzet- en winstgroei. Het heeft jaren geduurd om deze tanker een
nieuwe richting op te sturen. Nu is het zover. Siemens ziet omzet en winst weer met dubbele cijfers
groeien en alle divisies voldeden aan de verwachtingen. De doelstelling van een operationele marge van
7,5% is vroegtijdig behaald. In reactie op deze sterke uitkomsten heeft Siemens een reeks nieuwe doelstellingen
geïntroduceerd onder de naam FIT4 2010. Belangrijke onderdelen zijn, dat de operationele marge voor het concern
in 2010 zeker 9% moet bedragen en dat het rendement op eigen vermogen van 10% naar 16% moet stijgen.
Het succesverhaal is de afgelopen tijd overschaduwd door het fraudeschandaal, wat heeft geleid tot het terug
treden van Heinrich von Pierer, voorzitter van de Raad van Commissarissen en van CEO Klaus Kleinfeld. Beide heren
hebben Siemens met harde hand gereorganiseerd. Hun vertrek en de zoektocht naar een nieuwe CEO schept onzekerheid.
Hoe lang duurt de zoektocht en zet de nieuwe eerste man het tot dusverre succesvolle beleid voort?
Als wij echter kijken naar de koers-winstverhouding, die voor 2007 op 16,6 staat en voor 2008 op 13,4, dan
lijkt die aarzeling bij beleggers daarin verwerkt. Het langjarige gemiddelde ligt bij Siemens beduidend hoger.
F. van Lanschot Bankiers is positief over Reed Elsevier,
Imtech, Fugro en Siemens
|
Een fenomeen in beleggingsland
Paul Koole - Rabobank Beveland, Senior beleggingsspecialist
Onlangs hield de bekende belegger Warren Buffett weer een jaarvergadering voor de aandeelhouders van het
fonds Berkshire Hathaway. De zakenman ontving in de Amerikaanse staat Omaha maar liefst 27.000 bezoekers.
Gedurende meer dan zes uur konden de aandeelhouders vragen stellen aan Buffett en zijn rechterhand, Charlie Munger.
Buffetts financiële prestaties hebben hem een grote schare fans opgeleverd, en ook de bijnaam 'het Orakel van Omaha'.
De prestaties zijn er dan ook naar. Wie in 1965 1000 dollar in het fonds van Buffett heeft geïnvesteerd, heeft nu een
vermogen van maar liefst 36 miljoen dollar. Het gemiddelde jaarlijkse rendement bedraagt meer dan het dubbele van de
aandelenindex Standard & Poor's 500. Van de afgelopen 42 jaar presteerde Buffett 36 jaar beter dan de beurs als geheel.
Daarnaast staat Buffett bekend als een zeer bescheiden en vriendelijke man. Luxe interesseert hem niet, ondanks zijn
vermogen van meer dan 50 miljard dollar. Hij woont nog steeds in hetzelfde huis in Omaha dat hij vijftig jaar geleden
kocht. De 76-jarige Buffett is daarnaast van plan om vrijwel zijn gehele vermogen weg te geven aan goede doelen. Vorig
jaar zegde hij al een bedrag van maar liefst 30 miljard dollar toe aan de liefdadigheidsstichting van het echtpaar Gates
(van Microsoft).
Gezien hun hoge leeftijd zijn de heren Buffett (76 jaar) en Munger (82 jaar) op zoek naar opvolgers. Maar liefst 600
sollicitanten hebben zich gemeld. Buffett is van plan om hieruit drie kandidaten te selecteren, die vervolgens ieder
een vermogen van 2 à 3 miljard dollar mogen beheren. Uiteindelijk kiest hij daaruit één winnaar.
|
Rentestijging veroorzaakt daling vastgoed
Michèl Beckers - SNS bank, Senior beleggingsadviseur
Vastgoedfondsen zijn de laatste tijd uit de gratie, na een lange periode van enorme populariteit. De Europese
EPRA-vastgoedindex is sinds haar piek van begin februari met ruim 10% gedaald.
Het minder aangename renteklimaat lijkt hier een factor te zijn. De kapitaalmarktrente stijgt overal in Euroland.
De toonaangevende rente, die op 10 jarige Duitse staatsleningen, staat zelfs op het hoogste peil sinds medio 2004.
Door de recente koersdaling zijn de vastgoedfondsen goedkoper geworden echter de waardering is ook na de recente
daling niet aantrekkelijk.
Het dividendrendement is daar een duidelijke indicatie van. Traditioneel is het hoge dividend een van de aantrekkelijke
aspecten van vastgoed. Momenteel is het dividendrendement voor de zojuist genoemde EPRA-index 2,3%. Daarmee blijft
deze achter bij het gemiddelde dividendrendement van Europese aandelen, wat maar zelden voorkomt.
Omdat het renteklimaat niet snel zal verbeteren, lijken de perspectieven voor vastgoed minder gustig.
Door de gestegen lange rente biedt dit wel weer perspectieven voor obligatiebeleggers. Tenminste dat lijkt zo als
je nu voor het eerst obligaties koopt en ze vasthoudt tot ze worden gelost. Tussentijds worden ze wel minder waard
als de rente verder door stijgt, maar dat merk je pas als je deze tussentijds moet verkopen. Meestal hebben mensen
al eerder obligaties gekocht of zitten ze al in een obligatiefonds. In beide gevallen betekent een rentestijging
waardedaling van de obligatie.
|
|