De randstad heeft nog weinig interesse in Zeeland
Acht makelaars uit Zeeland discussiëren in de Goese Golf in Goes over bedrijventerreinen
en bedrijfsonroerend goed. In het eerste deel van het gesprek constateren zij dat er niet
ieder dorp zijn eigen bedrijventerrein moet willen. Er moet iets over blijven voor de natuur.
door Ron Gregoor
Arthur Aerssens.
Barbé constateert nog een opmerkelijke ontwikkeling: "De zuidelijke randstad zit vol.
Je ziet dat heel veel bedrijvigheid zich verplaatst naar Brabant, met name West-Brabant.
Brabant loopt vol dankzij de randstad. Kunnen wij daar in Zeeland ook van profiteren? "
Schreuder ziet dat niet op gang komen. "Wij zijn kennelijk niet aantrekkelijk genoeg", denkt
Pieter Nienhuis. "Zeeland moet veel beter gepromoot worden. De buitenwacht moet niet alleen
geattendeerd worden op het feit dat het hier fijn wonen is, ook de mogelijkheden voor
bedrijfsvestiging moeten meer onder de aandacht gebracht worden."
Freek Kuzee weet nog wel een reden waarom Zeeland niet zo erg populair is bij de 'Rotterdamse'
bedrijven. Hij: "Voor zo'n ontwikkeling is het nodig dat de infrastructuur goed is. Die is bij
ons erg slecht. We hebben hier buiten de rijkswegen alleen maar tweebaans wegen. "
"Klopt", valt Arthur Aerssens hem bij. "De verbindingen zijn slecht, dat komt ook omdat we
grotendeels bestaan uit eilanden. Wij proberen bedrijven van buiten Zeeland te trekken, maar
dat valt niet mee."
Paul Fermont.
Zeeland moet op de kaart gezet worden, daar is iedereen het wel over eens. Maar hoe? Qua
bedrijvigheid moet de provincie het hebben van de havenactiviteiten in Vlissingen en Terneuzen.
Zeeland als logistieke slagader naar het vasteland van Europa. "Dat betekent kiezen voor een
containerhaven (WCT). Dat wil weer zeggen dat de wegen aangepast moeten worden, maar ook dat de
sporen vol zitten. Want containers moeten af en aan gevoerd worden, dat gebeurt over land per
trein of over water per schip", constateert Barbé.
"Daar ligt onze kans", weet Fermont.
Maar zo gemakkelijk gaat dat allemaal niet. Zoals bekend heeft de Raad van State een stokje
gestoken voor die ontwikkeling. De 'overlast voor de buren' zou te groot zijn. Intussen is
Zeeland er zelf wel aan uit, die WCT moet er komen. Zeeland moet er dus alles aan doen om die
bezwaren te ondervangen en de tegenstanders en de Raad van State te overtuigen van de noodzaak
van een Westerschelde Container Terminal.
"Ik had gedacht dat die faciliteiten er vier jaar geleden al zouden komen. De groei van de havens
is doorgezet, maar ik heb het gevoel dat de besluitvorming alleen maar trager en lastiger is geworden.
Ik ben niet echt een optimist", zegt Schreuder. Landelijk zijn de heren politici nog niet helemaal overtuigd.
De containerhavens Rotterdam en Antwerpen zijn belangrijke dwarsliggers.
Anco de Putter.
Volgens velen is het van levensbelang voor de Westerscheldehavens dat zij containerschepen kunnen en mogen
verwerken.
Immers, zo haalt Barbé nog eens aan, Vlissingen is de grootste Europese haven op het gebied van de zogeheten
forest- products, hout en papierproducten. Die worden straks voor een groot deel in grote schepen vervoerd
per container. Zowel Vlissingen als Terneuzen heeft geen diep zee containerfaciliteiten. "En als we die
niet krijgen, dan wordt het bestaansrecht van de havens aangetast. Dan moeten we het straks doen met het
verwerken van pootaardappelen."
Maar tot nu toe hebben de Westeschelde havens die containerfaciliteiten nog niet binnen. Zeeland moet er
alles aan doen om die faciliteiten binnen te halen, vinden de deelnemers van de discussie.
Maar de provincie moet meer doen. De acht makelaars zijn van mening dat de provincie een tweesporenbeleid
moet voeren.
Niet alleen de havenindustrie is belangrijk, vlak vooral de recreatie niet uit. En daaraan is aast
onvermijdelijk gekoppeld de zorgeconomie. Ouderen, die naar Zeeland komen om er te wonen en recreëren.
"De zakelijke dienstverlening groeit niet in Zeeland. De industrie wel, maar daar maak ik me geen zorgen
over. Het toerisme zal ook groeien, verwacht ik. Daar moeten we dus ook op inzetten", aldus Fermont.
"We moeten veel meer proberen om watergerelateerde bedrijvigheid naar onze provincie halen", vindt Kuzee.
"Wij doen dat niet goed. Friesland bijvoorbeeld weet veel meer van dit soort bedrijven te halen dan wij.
Ondernemers, die zich specialiseren op alles wat maar met watersport te maken heeft. Ook daar moeten wij
van profiteren. Wij doen kennelijk toch iets verkeerd."
Wessel Schulting.
Het toerisme brengt het gesprek op de zorgeconomie. Mensen worden ouder, deze en vooral de komende generatie
ouderen krijgt steeds meer geld en kan het zich permitteren om in een prettige en rustige omgeving te wonen.
"Ik zou naar de Veluwe gaan of naar Limburg. Want waar moeten ouderen hier nu wonen", stookt Barbé het vuurtje
nog eens op. "Mensen uit de randstad komen wat graag hier naartoe", protesteert Kuzee.
"Heel veel mensen vinden
Zeeland prima zo. Lekker rustig, prima wonen hier", vindt ook Jeroen Verstraeten. Als je ervoor zorgt dat
Zeeland een goede naam heeft als 'het land waar het leven goed is', komen die mensen vanzelf. En dan begin
je met het promoten van je toeristische trekpleisters. Want hoe beter het Zeeland op recreatief vlak gaat,
hoe meer mensen de provincie weten te vinden. Een meerderheid van het gezelschap vindt dat de provincie
flink moet investeren in het toerisme. Het roer moet om.
"Dan komen we toch weer op een aantal punten, die we al behandeld hebben", constateert Kuzee. "de infrastructuur
bijvoorbeeld. Het Veerse meer is slecht bereikbaar. Daar zullen we eerst eens iets aan moeten doen. Maar
vernieuwingen kunnen ook geen kwaad. Slecht weer voorzieningen bijvoorbeeld.
Want het klimaat wordt hier wel beter, het blijft toch heel vaak regenen. En dan moeten de mensen ook ergens
naar toe kunnen." Verstraeten roemt in dat kader de ontwikkelingen in Cadzand. "Daar wordt goed ingespeeld
op het feit dat Knokke erg duur en bovendien overvol is. Cadzand kan een prima alternatief zijn. Maar het
duurt allemaal wel lang voor er iets van de grond komt", verzucht hij. Hij doelt dan op de ambtelijke molens
en het feit dat een bezwaar een procedure voor jaren kan vertragen.
|