Het lijkt aantrekkelijk om de kandidaat aan te nemen die de hoogste kwalificaties heeft
en genoegen neemt met een inkomen dat binnen de begroting past. De salarisonderhandeling
is het sluitstuk van een selectieprocedure,
maar er kan veel verkeerd gaan.
Wanneer u een kandidaat aanneemt voor een lager salaris dan hij of zij bij de vroegere
werkgever verdiende, dan kunt u problemen verwachten. Zijn er geen groeimogelijkheden
of kent de functie geen perspectief, dan zal de nieuwe medewerker blijven zoeken naar
een betere positie buiten uw organisatie. Niemand wil voor minder geld werken dan men waard is.
Het vroegere inkomen was op de gezinsuitgaven afgestemd. De kosten van levensonderhoud stijgen.
Na de selectieprocedure kunnen ook misverstanden ontstaan rond de 'belastingvrije'
vergoedingen die een kandidaat bij de vorige werkgever had. Deze vergoedingen kunnen
soms aardig oplopen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een leaseauto, telefoonkostenvergoeding,
reiskostenvergoeding, representatievergoeding en dergelijke. Kunt u deze vergoedingen niet
bieden, dan voelt de nieuwe medewerker dit direct in zijn portemonnee.
Wanneer verandering van werk tevens achteruitgang in besteedbaar inkomen betekent, dan moet
u over de motivatie van de kandidaat gaan nadenken.
De kandidaat kan bewust kiezen voor een lager inkomen omdat de functie bijvoorbeeld meer
vrije tijd biedt, dichter bij huis is of minder verantwoordelijkheden kent. De functie
kan zich in Zeeland aandienen, de provincie waar men altijd op vakantie is. Welzijn is
niet altijd in geld uit te drukken.
Bij de selectie is het daarom noodzakelijk een goede analyse te maken naar de motivatie
van de kandidaat om te solliciteren op een functie met een lager inkomen. Sluit de nieuwe
functie niet aan op de motivatie om te veranderen, dan is de kans groot dat de nieuwe
medewerker om zich heen blijft kijken.
Selecteren is een vak. De PersoneelsAdviesDienst kan u daarbij adviseren.