Op 1 januari 2007 is de Pensioenwet ingegaan. Reeds eerder ben ik in De Ondernemer ingegaan
op de nieuwe Pensioenwet. Toch maak ik nogmaals van de gelegenheid gebruik om u nader te informeren.
In de meeste gevallen zal een pensioenregeling namelijk aangepast moeten worden. Dit geldt
ook voor de directeurgrootaandeelhouder (DGA). Een veel gebruikt argument om bij een
pensioenregeling voor de Pensioenwet te kiezen, is de situatie bij faillissement. Maar is
dit wel een reëel argument?
Nog even in het kort de Pensioenwet ten aanzien van de DGA
Een uitgangspunt van de nieuwe Pensioenwet is dat deze wet in tegenstelling tot de huidige
Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW) niet van toepassing is op de DGA. Echter voor bestaande
DGA's is er een uitzondering gemaakt. Op grond van een overgangsrecht kunnen bestaande DGA's
er namelijk voor kiezen om toch onder de Pensioenwet te vallen. Een DGA heeft momenteel een
aantal keuzes ten aanzien van het opbouwen van pensioen
1. Pensioen opbouwen in eigen beheer.
2. Een pensioentoezegging extern (bij een verzekeraar of pensioenfonds) verzekeren
3. Een combinatie van 1 en 2
4. De DGA loopt mee in de pensioenregeling van zijn personeel. Deze toezegging zal ook
zijn ondergebracht bij een verzekeraar of pensioenfonds.
Keuze
DGA's met een al bestaande pensioenregeling moeten echter voor 1 januari 2008 een keuze maken.
Plaatsen zij de pensioenrechten wel of niet onder de Pensioenwet? Op dit moment zal haast
iedereen geneigd zijn om te zeggen dat de Pensioenwet niet veel toegevoegde waarde biedt voor
de DGA. Het vermindert de flexibiliteit met de pensioengelden.
Faillissement
Een veel gehoord argument om toch voor de Pensioenwet te kiezen, is de situatie bij faillissement.
De pensioenrechten zouden dan beter beschermd zijn. Toch blijkt dit een enigszins achterhaald argument.
Bij een pensioen in eigen beheer zal bij een faillissement het pensioengeld weg zijn.
Ik kijk daarom naar de situatie waarin het pensioen geheel of gedeeltelijk is verzekerd.
Op het moment dat de BV of de DGA zelf failliet zou gaan, is het de vraag of de curator iets
kan met de pensioengelden. De Pensioenwet kent in ieder geval een afkoopverbod, waardoor het
voor een curator moeilijk wordt om aan de pensioengelden te komen. Als de Pensioenwet van
toepassing is, is afkoop dus niet mogelijk.
Maar er zijn ook andere wetten met regels die van toepassing zijn.
Afkoop van een levensverzekering bijvoorbeeld valt niet in de boedel voor zover de verzekeringnemer
of de begunstigde onredelijk wordt benadeeld, volgens artikel 22a van de Faillissementswet. Afkoop
van pensioen leidt tot een progressieve heffing en bovendien revisierente. Dit alleen al kan als
onredelijk worden beschouwd, maar de rechter-commissaris dient dit te beoordelen.
Een curator kan wel een levensverzekering afkopen. Artikel 7:986 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt
echter dat dit niet kan als de verzekering een afkoopverbod kent en recht geeft op periodieke
uitkeringen, waarbij premies werden afgetrokken van het inkomen. Nu heeft de minister bevestigd
dat dit artikel ook geldt voor pensioenpremies.
Ook is afkoop en faillissement eind 2006 bij de Pensioenwet nog in de Kamer behandeld. Uitdrukkelijk
is gesteld dat een DGA geen minder slechte bescherming zou krijgen indien hij niet kiest voor de
Pensioenwet. Zeker als er een civielrechtelijk afkoopverbod wordt opgenomen.
Conclusie
Pensioenwet ja of nee voor de DGA? De DGA heeft in 2007 nog de tijd om hierover na te denken.
Uit het bovenstaande blijkt dat het risico van faillissement is geen argument meer is om te kiezen
voor de Pensioenwet, al zijn er wel enkele uitzonderingen. Wellicht volgen er nog andere inhoudelijke
argumenten om de keuze te vergemakkelijken. Houdt u de ontwikkelingen in de gaten en overleg met uw
financieel adviseur.
Eric de Jong
Accountmanager Private Banking